back

Welke rol is er voor 50-plussers in de actieve welvaartstaat?

By: John Rasking
De Stabdaard, April 24, 2001


De paars-groene regering voert de actieve welvaartstaat hoog in het vaandel. Tegen 2010 moet 70 procent van alle 15- tot 65-jarigen in ons land aan het werk zijn, tegen 61 procent nu. De zoektocht naar 800.000 bijkomende actieven kan alleen slagen als overheid en bedrijven de ,,ouderen'' -- de helaas gangbare maar bijzonder denigrerende term voor 50-plussers, volgens sommigen zelfs 45-plussers -- opnieuw volwaardige kansen geven op de arbeidsmarkt. Minister Laurette Onkelinx wil oudere werklozen weer naar jobs doen zoeken. Maar de vakbonden zien dat niet zitten.

Met een dubbeldeksbus vol militanten trok het ABVV gisteren naar de partijbureaus van VLD, SP en Agalev, de drie Vlaamse partijen in de federale regering. Onder aanvoering van ABVV-secretaris Julien Van Geertsom gingen ze hun ongenoegen duidelijk maken over het voornemen van paars-groen om oudere werklozen opnieuw ,,beschikbaar te stellen'' voor de arbeidsmarkt.

Laurette Onkelinx, de federale minister van Arbeid en PS-vice-premier, is bijna klaar met een wettekst waardoor oudere werklozen niet langer vrijgesteld zijn van het zoeken naar een baan. Waardoor ze dus opnieuw jobaanbiedingen krijgen voorgeschoteld door de arbeidsbemiddelingsdienst, in Vlaanderen is dat de VDAB. En waardoor ze -- als ze niet ingaan op dat werkaanbod -- opnieuw in aanmerking komen voor sancties door de federale RVA.

Dat zint de vakbonden niet. Contractbreuk, roepen ACV en ABVV in koor. ABVV-secretaris Julien Van Geertsom vreest zelfs dat deze ,,politieke ommezwaai'' zal leiden tot ,,een sociaal bloedbad''.

Van Geertsom heeft alvast op één punt gelijk. Het gaat om een bijzonder grote koerswijziging in het beleid. Sinds 1985 kunnen werklozen van ouder dan 50 jaar, na een jaar werkloos te zijn geweest, vrijstelling aanvragen van de plicht om een baan te zoeken of in te gaan op werkaanbiedingen. Van 1985 tot 1996 was er voor het bekomen van die vrijstelling ook een -- symbolische -- medische verklaring nodig dat de arbeidsgeschiktheid van de betrokkenen beperkt was.

Maar in 1996 versoepelde de toenmalige minister van Arbeid, Miet Smet, die aanvraagprocedure, waardoor het bijna vanzelfsprekend is geworden dat alle werkloze 50-plussers in deze aparte categorie terechtkomen. Zonder de verplichting werk te zoeken of te aanvaarden, zonder de kans op sancties door de RVA, en dat alles met een verhoogde uitkering.

In ruil kon de overheid jarenlang uitpakken met een forse afslanking van de officiële werkloosheidsstatistieken. Tussen 1985 en 1996 klom het aantal werkloze, maar niet-werkzoekende 50-plussers tot 70.000. Na de versoepeling in 1996 volgde een haast exponentiële aangroei. Vandaag telt België 155.000 oudere werklozen, een verdubbeling in vijf jaar tijd, waarvan 85.000 in Vlaanderen. Het gaat, samen met de loopbaanonderbrekers, om de enige groep van RVA-uitkeringstrekkers die nog aangroeit.

Die politiek interessante uitzuivering van de statistieken heeft het systeem tot op vandaag doen standhouden, doorheen periodes van economische laag- en hoogconjunctuur. De afschaffing ervan zou de werkloosheidscijfers immers weer met een ruk de hoogte kunnen injagen. Maar de druk om er komaf mee te maken, is te groot geworden. De regering-Verhofstadt kan niet langer om de cijfers heen. Die tonen aan dat ons land minder 55-plussers met een baan heeft dan andere Europese landen. Al worden die cijfers door de vakbonden betwist.

Voorts is er de Europese verplichting om tegen 2010 een activiteitsgraad te bereiken van 70 procent. Alle EU-lidstaten hebben beloofd een prioriteit te maken van die doelstelling. Ook België. Premier Verhofstadt deed dat in de wetenschap dat het vooropgestelde extra aantal actieven -- 800.000 -- alleen te bereiken valt door de (her)intrede van de 250.000 oudere werklozen en bruggepensioneerden als werkzoekenden op de arbeidsmarkt.

Lang voor de Europese topontmoetingen van Lissabon en Stockholm was dergelijke verhoging van de activiteitsgraad al ingeschreven in de paars-groene regeerverklaring. Al in juli 1999 stond vast dat er nood is aan een politiek die 50-plussers langer aan het werk houdt, en dus minder vroeg met pensioen stuurt, en die afgeschreven ,,ouderen'' weer aan een baan helpt. Het lijkt de enige uitweg om -- gegeven de vergrijzing van de bevolking -- de pensioenuitgaven onder controle te houden en het aanbod aan arbeidskrachten op peil te houden. Vooral in Vlaanderen, met regio's waar de werkloosheid amper 3 procent bedraagt en met 206 knelpuntberoepen, moeten ,,ouderen'' het gebrek aan jonge werkzoekenden opvangen.

De analyse is gemaakt. Het streven naar verbetering is er. Maar hoe zit het met de concrete uitwerking?

Dat blijkt nogal tegen te vallen. Het beleid om ouderen aan het werk te houden of te krijgen, is er een van veel vallen en opstaan. In zowat elke verklaring benadrukken premier Verhofstadt en zijn ministers dat er een ommekeer nodig is. In werkelijkheid blijft de federale overheid als werkgever of toezichthouder onverminderd doorgaan met de uitstoot van oudere werknemers.

Dat geldt voor op stapel staande, grote afslankingsoperaties bij Belgacom, NMBS en De Post, waar in totaal ruim 10.000 jobs verdwijnen. Met het brugpensioen als meest plausibele scenario, gaat het in hoofdzaak om oudere werknemers die zullen moeten opstappen. Met de zegen van de regering.

De ministers zelf geven allerminst het goede voorbeeld. Voor Luc Van den Bossche moet de Copernicus-hervorming van zijn administratie voorafgegaan worden door de vervroegde pensionering van zo'n 2.000 ambtenaren. ,,Voor de laatste keer'', heet het zwakjes als verdediging.

Minister van Pensioenen Frank Vandenbroucke ziet het anders. Hij deelt een pensioenbonus uit aan ambtenaren die na hun 60ste willen blijven werken. Voorts gaan de werkgeversbijdragen omlaag voor werknemers ouder dan 58 jaar, maken bedrijven aanspraak op een premie bij aanwerving van 45-plussers, krijgen alle 45-plussers bij ontslag recht op outplacement vanaf 45 jaar, en hebben alle 50-plussers recht op een halftijdse loopbaanonderbreking.

Dergelijke eindeloopbaanregelingen en fiscale incentives moeten de al te drastische uitstoot van oudere werknemers tegengaan. Maar tot vandaag bleven de twee meest zichtbare systemen -- het brugpensioen en het stelsel van oudere werklozen -- overeind.

Met het brugpensioen zal dat nog wel een tijdje het geval zijn. Het forse verzet van de vakbonden tegen elke aanpassing van de brugpensioenregeling, schrikt regering en werkgeversorganisaties af. Het sociaal akkoord 2001-2002 betonneert het brugpensioen alvast tot begin 2003 en allicht is de afschaffing ook niet voor dan.

Meer beweging vertoont het dossier van de oudere werklozen. In uitvoering van de federale beleidsverklaring, op 17 oktober vorig jaar, werkte minister Onkelinx aan een koninklijk besluit waardoor de bescherming van oudere werklozen wordt opgeheven. De vakbonden zien de bui al tijdje hangen. In de proloog van het sociaal akkoord 2001-2002 hebben ze het er, samen met de werkgevers, over dat de ,,de sociale partners kennis hebben genomen van beslissingen van de regering inzake arbeidsherverdeling'', waartoe het eindeloopbaanbeleid ressorteert.

Vrije baan dus voor een politieke ommezwaai en de opheffing van het aparte statuut voor oudere werklozen.

Maar nu de tekst van Onkelinx bijna klaar is, komen de vakbonden in het verweer. Omdat, zegt Julien Van Geertsom van het ABVV, ,,vanaf 1 september alle werklozen jonger dan 55 jaar -- huidige en toekomstige -- beschikbaar moeten zijn voor de arbeidsmarkt. Anders kunnen ze hun uitkering verliezen. Dit is woordbreuk. Deze mensen zijn eerst aan de deur gezet door hun werkgever, daarna door de overheid gestimuleerd om zich terug te trekken uit de arbeidsmarkt en uit de werkloosheidscijfers te verdwijnen en nu worden ze verplicht om weer mee te doen. Dat wordt een sociaal bloedbad. Deze mensen zijn niet meer allemaal aangepast voor eender welke job. Ze missen arbeidsattitude, opleiding. In de regeringstekst van 17 oktober staat nergens dat ook de huidige groep werklozen geviseerd zou worden. Dat is zoals de pensioenrechten verminderen voor wie al met pensioen is.''

Op het kabinet-Onkelinx sust adjunct-kabinetschef Jan Van Thuyne de gemoederen. ,,De tekst van het besluit is pas in mei af. Het verzet van de vakbonden lijkt me voorbarig. Er wordt nog aan de inhoud gewerkt. Meest delicate punt is inderdaad dat van de huidige groep. Dat nieuwe 'oude werklozen' geen aparte behandeling meer krijgen, is aanvaard. Maar wat met wie al in dat statuut zit? Wij werken aan een gefaseerde en getrapte overgang. Gefaseerd ingevoerd in de tijd, maar de timing ligt nog niet vast. 'Getrapt' betekent dat de werkbeschikbaarheid allicht beperkt gaat blijven tot de leeftijd van 57 jaar. 57-plussers blijven buiten schot.''

,,We beseffen dat we die mensen niet zomaar kunnen gelijkschakelen met jongere werklozen. Daarom komen er aangepaste criteria voor het begrip 'passende jobaanbieding': zoals de afstand van de woon- tot de werkplaats en de hoogte van het loon.''

Onvoldoende, zegt Van Geertsom. ,,Onkelinx houdt onvoldoende rekening met de jarenlange uitsluiting van deze mensen en hun gebrek aan recente werkervaring en verminderde arbeidscapaciteiten. Het gaat zeker niet op dat de normale schorsingscriteria van de RVA op hen van toepassing worden. Dit zijn pechvogels. Niet meer gewenst door hun bedrijf. Te jong voor brugpensioen. Werkloos en dat moeten blijven. Om vervolgens, na x jaar, weer aan de slag te moeten. Dat is toch geen aanvaardbaar beleid. Pas op, dit standpunt betekent niet dat we misbruiken goedpraten, zwartwerk of zo.''

De tekst van minister Onkelinx gaat in mei voor advies naar het beheerscomité van de RVA, waar de vakbonden deel van uitmaken. Allicht geven werkgevers en bonden in de RVA een verdeeld advies. Daarna beslist de ministerraad. ,,Politiek gezond verstand moet dit doen aanpassen'', hoopt Van Geertsom. ,,Vandaar onze rondrit langs de Vlaamse meerderheidspartijen.''

Die leek succes te hebben. SP-voorzitter Patrick Janssens schaarde zich gisteren ,,achter de eisen van het ABVV''. Voor hem mag de vrijstelling voor oudere werklozen behouden blijven. Hetzelfde geldt voor Agalev-boegbeeld Jos Geysels. Zij willen dat Onkelinx haar besluit aanpast.

De onderliggende beleidsvraag bij dit alles, is deze: gaan we de activiteitsgraad van de ouderen optrekken door een politiek van ontrading of van aanmoediging? Zegt het ABVV: ,,Kansen geven aan ouderen om te werken, is prima. Hoe meer, hoe liever. We zijn er niet tegen dat oudere mensen werk vinden, maar op vrijwillige basis en gesterkt door financiële stimuli. Het gaat om het verschil tussen mogen of moeten werken.''

Vooral, vinden de vakbonden, moeten bedrijven ertoe gebracht worden om te investeren in opleiding en bijscholing van oudere werknemers. En moet de mentaliteit van de bedrijfsleiders veranderen. ,,Onderzoek leert dat amper een op de drie aanwervingen in 1999 die van een 45-plusser was. Dat zegt toch alles. Onderzoek door het vormingsinstituut Cevora heeft bewezen dat meer dan de helft van alle vacatures voor bedienden worden weggekaapt door onervaren, goedkope min 25-jarigen. Werkzoekende 40-plussers komen nauwelijks aan de bak. Nog een bewijs: België telt 25.000 werklozen van ouder dan 50 jaar die, in tegenstelling tot hun leeftijdsgenoten, wel officieel op zoek zijn naar een baan. Ook zij slagen niet in hun opzet.''

Voor bedrijven lijkt een combinatie van belonen en bestraffen nodig, zegt Van Geertsom: ,,belonen als ze aanwerven, straffen als ze ontslaan. Door ontslag duurder te maken. door outplacement te verplichten. En door aanwerving van werklozen aan te moedigen.''

Outplacement werkt, leert een studie van de Koning Boudewijnstichting. Outplacementkantoren kunnen twee op de drie werkloze 45-plussers binnen een jaar weer aan een baan helpen; op eigen kracht lukt dat slechts voor een op de drie. Helaas denken nog (te) veel bedrijfsleiders dat ze zonder de ervaring en vakmanschap van ouderen kunnen.

Is er een kentering op komst? Het toenemend succes van speciale uitzendkantoren voor 45-plussers, bij Randstad en Creyf's in Brussel en Antwerpen bijvoorbeeld, doet het verhopen, maar vraagt nog om bevestiging. Anders blijft het gissen naar de plaats die 50-plussers krijgen toebedeeld in de actieve welvaartstaat.